Werkrelatie tussen mij en mijn therapeut
Hieronder worden een aantal omschrijvingen gegeven over de wijzen waarop mensen kunnen denken of voelen omtrent de relatie met hun behandelaar/therapeut (T).
Onder elke uitspraak bevinden zich vijf mogelijkheden om te antwoorden:
NOOIT / ZELDEN / SOMS / DIKWIJLS / ALTIJD
Indien de uitspraak aangeeft hoe u zich altijd voelt (of hoe u altijd denkt), duidt u de antwoordmogelijkheid ALTIJD (4) aan. Als ze nooit op u van toepassing is, duidt u antwoordmogelijkheid NOOIT (0) aan. Gebruik de alternatieven tussenin om de variaties tussen de extremen te beschrijven.
Werk snel: het gaat erom uw eerste indrukken na te gaan.
Geef een antwoord op alle uitspraken. Het zou kunnen dat u aan het begin van de behandeling het idee heeft dat u nog niet alle vragen kunt beantwoorden, omdat u het idee heeft dat bepaalde dingen nog niet aan de orde geweest zijn. Echter, ook in dit geval probeer je toch een antwoord aan te duiden: dus als bepaalde dingen nog niet aan de orde geweest zijn, duid dan NOOIT (0) aan.
Hartelijk dank voor uw medewerking.
Er zijn 36 vragen met telkens vijf antwoordmogelijkheden.
U vinkt het cijfer aan dat het het meest op u van toepassing is, waarbij:
0 = Nooit ⁓ 1 = Zelden ⁓ 2 = Soms ⁓ 3 = Dikwijls ⁓ 4 = Altijd
Je bericht is verzonden
Deze vragenlijst komt uit: Werkalliantie Vragenlijst (W.A.V.) – Vorm Cliënt – Vertommen en Vervaecke, 1990 – Vertaling van de Working Alliance Inventory (W.A.I.) van Horvath en Greenberg, 1982 – Versie 6 december 2006
